Hoe word je financieel onafhankelijk?
30 april 2021 
47 min. leestijd

Hoe word je financieel onafhankelijk?

Droom je er wel eens van om die stressvolle baan te verlaten? Droom je er wel eens van meer tijd te hebben voor je partner, hobby’s, kinderen, vrienden, je vrijwilligerswerk of anders? Droom je wel eens van geen financiële stress? Het antwoord op die droom kan wel eens financiële onafhankelijkheid zijn!

Een goede financiële huishouding brengt al heel veel rust. Als je dan ook nog eens vermogen kan opbouwen dat voor je werkt, dan kan je leven er nog en stuk makkelijker en comfortabeler van worden. Tijd is geld, maar geld betekent ook tijd. Zeker als jouw geld passief inkomen creëert, kan je tijd “terug kopen” voor jezelf en je familie.

Je kan dan minder gaan werken, (makkelijker/sneller) ander werk gaan doen, of mogelijk zelfs helemaal stoppen met werken. Financiële onafhankelijkheid is hier gedefinieerd als het punt waarop je voldoende passief inkomen hebt weten te creëren zodat je in je uitgaven gedekt bent. En zeg nu eerlijk, wie wil dat nu niet?


De basis

Voordat je jouw reis naar financiële onafhankelijkheid kan beginnen, moeten er eerst een aantal zaken goed geregeld worden. Deze zaken omvatten zowel emotionele als meer praktische kanten. Hieronder een overzicht van de zaken die je goed moet gaan regelen. Welke zaken je als eerste aanpakt is aan jou, zolang je ze allemaal maar bekijkt, analyseert en implementeert.

Mindset

De belangrijkste eerste stap is bedenken waarom je graag financieel onafhankelijk zou willen zijn. Je hebt immers een motivatie en een doel nodig om je pad te kunnen bewandelen. Wat drijft je tot het willen van meer financiële vrijheid of financiële onafhankelijkheid?

  • Heb je het naar je zin op je werk? Indien nee, waarom niet?
  • Heb je schulden? Ervaar je hiervan ongemak en/of stress?
  • Je hebt het enorm naar je zin op je werk, maar wil je niet door tot je 70-ste?
  • Zoek je meer tijd voor jezelf? Wil je meer reizen?
  • Zoek je mogelijkheden om jezelf meer te ontplooien, maar heb je te weinig tijd?

Probeer altijd uit te vinden waar je onvrede of motivatie vandaan komt. Maak daarna gelijk een plan van aanpak. Maak korte en lange termijndoelen voor jezelf. Eventueel in combinatie met de financiële doelen (zie volgende hoofdstuk). Doe dit op papier, op een bord, of ander visuele manier zodat je het elke dag kan zien! Verandering komt niet van de ene op de andere dag.

Je zal aan een manier van denken en levensstijl moeten werken die je helpt het op de lange termijn vol te houden. De weg naar financiële onafhankelijkheid is absoluut geen sprint! Het is een marathon, voor sommigen zelfs een ultramarathon. Bereid je hierop voor, maar bedenk dat elke stap er eentje is.

Financiële Doelen

Zoals al vermeld in het vorige hoofdstuk, het hebben van doelen werkt voor veel mensen motiverend. Het helpt je om een pad te maken en erop te blijven, op zowel de korte als de lang(ere) termijn. Je manier van denken veranderen is noodzakelijk om zowel op de korte als lange termijn efficiënter met geld om te gaan. Maar als je echt financieel vrij of onafhankelijk wilt worden, dan moet je daar ook een getal aan kunnen koppelen.

Je moet immers weten hoeveel geld je nodig hebt om je dromen te verwezenlijken! 100 verschillende mensen, 100 verschillende levens en 100 verschillende plannen. Hoe bepaal jij nu wat je nodig hebt? Hiervoor moet jij jezelf eerst een paar kritische vragen stellen, zoals:

  • Wat wil ik gaan doen als ik financieel onafhankelijk ben? Wil ik stoppen met werken of niet? Zo nee, waar wil ik dan mijn eventuele extra inkomsten voor gebruiken?
  • Wil je wel stoppen met werken, wat denk je dan te gaan uitgeven? Ga je extra reizen doordat je meer tijd hebt? Wat gaat dit dan extra kosten (of misschien zelfs wel besparen als je voor langere tijd naar goedkope landen vertrekt)?

Je uitgaven nu en als je financieel onafhankelijk bent geworden, zijn enorm van belang voor het stellen van een financiële doel. Maar het bepaalt ook “hoe snel” je er gaat komen. Verder hebben de soorten investeringen die je wilt gaan doen en grote impact op het vermogen dat je nodig hebt.

En wederom natuurlijk weer hoe snel je dit vermogen gaat bereiken. Kortom, het is tijd om je huiswerk te doen en erachter te komen wat je opties zijn en welke risico’s daarbij horen.

Hoeveel heb je nodig om financieel onafhankelijk te worden?

Voor indexfonds en/of ETF beleggen (zie relevante hoofdstukken voor meer details) is er een (iets te) simpele vuistregel om te bepalen hoeveel vermogen je nodig hebt om financieel onafhankelijk te worden. Dit is namelijk 25 keer je jaaruitgaven (de 4% regel). Kortom, als je bijvoorbeeld €25.000 per jaar zou willen uitgeven, dan zou je €625.000 vermogen nodig hebben.

Om verschillende redenen klopt dit niet helemaal. Ten eerste omdat we in Nederland vermogensbelasting moeten betalen. Hierdoor maak je toch nog “extra kosten” die je jaarlijks moet betalen (lees: vermogensrendementsheffing). Hoeveel je dan wel nodig hebt is afhankelijk van je gezinssamenstelling, je investeringsportfolio, je rendement en/of je risicoprofiel.

Verder komt de 4% regel mogelijk ook met een verhoogd risico wat betreft het “opraken” van je vermogen. Dit komt omdat de 4% regel is ontwikkeld voor uitsluitend de Amerikaanse aandelen- en obligatiemarkt en voor een pensioenlooptijd van 30 jaar. Met deze voorwaarden heb je een 95% slagingskans.

Mocht je ook buiten deze markt investeren (of langer van je pensioen genieten), dan kan het zijn dat je een lager veilig onttrekkingspercentage (“safe withdrawal rate”) moet hanteren dan die 4%. Een veel gebruikt percentage voor een portfolio met wereldwijde aandelen en obligatie beleggingen is 3.5%.

Over het veilige onttrekkingspercentage zijn online heel veel verschillende analyses te vinden.

Mocht je geïnteresseerd zijn dan is het zeker de moeite waard dit te bestuderen. Voor een globaal idee (2021); je hebt jaarlijks waarschijnlijk “bruto” (voor belastingen) ergens tussen de €28.000 en €35.000 nodig om “netto” €25.000 over te houden. Kortom, een vermogen van tussen de €700.000 en €875.000 (exclusief eigen woning, indien van toepassing).

Mocht je niet (alleen) in indexfondsen en/of ETF beleggen, maar bijvoorbeeld (ook) in vastgoed, crowdfunding, dividend groeiaandelen, opties (etc.), dan kan het benodigde vermogen ook weer heel anders worden. Dit komt onder andere door de belastingregels, hefboomwerkingen (vastgoed) en het soort rendement (cash-flow of kapitaalgroei) dat je wilt hebben. Kortom, hoeveel jij nodig hebt behoeft altijd een persoonlijke berekening!

AOW & Pensioen

Weinig mensen beginnen met de reis naar financiële onafhankelijkheid als ze 20-25 jaar zijn (helaas). De meeste mensen komen er pas later in hun leven achter dat vrijheid en tijd erg belangrijk zijn en dat vermogen je dit kan bieden. Hierdoor heb je minder voordeel van tijd, maar vaak al wel pensioen opgebouwd. Ook heeft iedereen recht op AOW als ze een bepaalde leeftijd bereikt hebben.

Beide “potjes” kunnen je een extra buffer en inkomen geven waardoor je minder eigen vermogen nodig hebt om eerder te kunnen stoppen met werken. Deze potjes, in combinatie met voldoende eigen vermogen, kunnen je natuurlijk ook de mogelijkheid geven om minder te gaan werken of ander werk te gaan zoeken.

Het enige probleem is dat de hoogte van zowel pensioen als AOW kunnen veranderen. Zeker met de lage rentes van nu is de indexatie van pensioenen een uitdaging. Ook de AOW, die betaald wordt door de werkende Nederlander, kan aangepast worden in de toekomst.

Het is dan ook een persoonlijke keuze of je dit (toekomstige) inkomen meeneemt in je financieel-onafhankelijkheid berekeningen (en zo ja, hoeveel).

Financieel Vrij(er)?

In dit blogartikel is financiële onafhankelijkheid gedefinieerd als het punt waarbij je vermogen genoeg passief inkomen genereerd om te voorzien in jouw dagelijkse uitgaven. Dit behoeft vaak een groot vermogen, wat het moeilijker (lees: het duurt langer) maakt voor veel mensen om te behalen. Maar het kan ook anders!

Als je financieel onafhankelijk bent, zou je vermogen, in theorie, je de rest van je leven van inkomen moeten voorzien. Daarna kan het overgedragen worden aan (klein) kinderen, familie/vrienden, de belastingdienst, goede doelen, etc. Sommige mensen kiezen er voor om juist hun geld op te maken. Dit zorgt er ook voor dat je minder vermogen nodig hebt voordat je geen baan meer nodig hebt.

Het grote risico is dat je niet weet wanneer je komt te overlijden. Het is dus lastig om te bepalen wat je nodig hebt. Ook hier kun je wel weer een risicoanalyse maken en beleggingen vinden die hier het best bij passen (lees minder fluctueren). Het is dan ook zeker een optie voor mensen die wat later beginnen met hun reis naar meer financiële vrijheid.

Uitgaven & Inkomsten

Uitgaven

De eerste en makkelijkste stap naar financiële onafhankelijkheid is om je uitgaven zo efficiënt mogelijk te maken. Kortom, alle uitgaven die je geen levensgeluk opleveren, of geen concrete verbeteringen geven moet je weg zien te nemen. Denk hierbij aan de volgende punten:

  • Bekijk ieder jaar je verzekeringen, heb je ze echt nodig? Is het de laagste premie die je kan betalen? Kan je een hoger eigen risico dragen voor lagere kosten?
  • Kan je minder uit eten? Of juist vaker uitgebreid thuis koken met vrienden en familie?
  • Kan de auto eruit? Is het goedkoper om te treinen in combinatie met af en toe autohuur?
  • Heb je de laagst mogelijke hypotheek rente? Zo nee, wat kan je eraan doen? Kan je misschien oversluiten, of misschien zelfs verhuizen voor lagere maandlasten?
  • Kan je vakanties efficiënter inrichten zodat je nog wel weg kunt, maar voor minder?
  • Zijn er manieren om je boodschappen minder vaak te doen zodat je minder impuls aankopen doet? Kan je meer zelf koken?

Elke Euro die je niet uitgeeft kun je gebruiken voor investeren of voor het aflossen van schulden. En dat betaalt zich snel terug! Zorg dat je geen dief bent van je eigen portemonnee. En, zoals besproken in het vorige hoofdstuk, je benodigd vermogen is afhankelijk van hoeveel je uitgeeft. Hoe lager de uitgaven, hoe minder vermogen je nodig hebt en hoe sneller je financieel onafhankelijk kunt worden.

Inkomsten

Als de huishouduitgaven helemaal zijn uitgeplozen en efficiënter gemaakt, dan is de volgende stap op zoek gaan naar meer inkomsten. Kan je een extra cursus of opleiding doen die meer salaris gaat opleveren? Heb je een hobby waar je misschien extra geld mee kan maken? Denk hierbij aan online verkopen van spullen, geven van trainingen & cursussen, jezelf verhuren voor kluswerk in het weekend, etc.

Alles mag en niks moet, maar elke cent die je extra verdient en kan investeren gaat je helpen om eerder financieel vrijer (of zelfs onafhankelijk) te zijn, je dus minder lang door moet werken (het mag natuurlijk altijd als je het leuk vindt!).

Savings Rate (spaarpercentage/spaarquota)

Hoe snel je met jouw persoonlijke inkomen en uitgaven financiële onafhankelijkheid kan bereiken is op hoofdlijnen afhankelijk van twee factoren, namelijk:

  • “Savings Rate” (ook wel “spaarpercentage” of “spaarquota” genoemd); en,
  • Rendement op je vermogen (in dit geval gecorrigeerd voor inflatie).

De Savings Rate is gedefinieerd als de ratio tussen wat je spaart (verschil tussen je inkomen en je uitgaven) en wat je verdient (je inkomen). Kortom:

Voorbeeld:

Je verdient een modaal inkomen (€38.000 bruto per jaar), dit is ongeveer gelijk aan netto €28.572 (berekening 2021, geen auto van de zaak, woonachtig in Nederland, geen koopwoning en jonger dan 67).

Je uitgaven per jaar zijn €18.000 (€1500 per maand). Je savings rate is dan 37%. Hoe lang duurt het dan voordat je financieel onafhankelijk bent? Dat ligt eraan waarin je investeert en wat je rendement is. Hieronder een overzicht van de tijd in jaren nodig voor het behalen van financiële onafhankelijkheid (25X je jaarlijkse uitgaven).

Dus als je 5% rendement haalt na inflatie, dan heb je ongeveer 23 jaar nodig voordat je financieel onafhankelijk bent. Weet je twee procent meer te halen (dus 7% rendement na inflatie), dan heb je nog maar 20.5 jaar nodig.

Stel je weet je uitgaven te optimaliseren met 10%. Kortom, je geeft nog maar €1350 per maand uit (€16.200 per jaar). Dan is je savings rate gestegen naar 43.3%. Bij 5% rendement heb je dan nog maar 18 jaar nodig om financieel onafhankelijk te worden. Dit scheelt dus bijna 5 jaar! Dit is het effect van efficiënt omgaan met je geld.

Ter vergelijking, bij gelijkblijvende uitgaven (dus €18.000 per jaar) en tijd benodigd om financieel onafhankelijk te worden (dus 18 jaar), zou je jouw netto inkomen moet verhogen naar €31.746. Dit komt overeen met ongeveer een bruto salaris van €44.300. Dat is gelijk aan een salaris stijging van 16.6% ten opzichte van een modaal inkomen van €38.000.

Dit laat zien dat efficiënt omgaan met uitgaven je sneller financieel onafhankelijk maakt (en makkelijker is) dan meer gaan verdienen. Kortom, blijf kritisch op je uitgaven als je sneller meer financiële vrijheid wilt hebben.

Investeren en Beleggingen

Financieel onafhankelijk word je niet door alleen te sparen. Hoe praktisch (en “veilig”) het ook kan zijn om cash te hebben. Als het bedrag te hoog oploopt, ben je uiteindelijk via inflatie en vermogensrendementsheffing geld aan het verliezen op je spaargeld. En dat is pas echt geld weggooien!

Om financieel onafhankelijk te worden zal jouw geld dus passief inkomen moeten gaan genereren. Dit kan op vele verschillende manieren, in verschillende combinaties en met verschillende risico’s. In het algemeen kan wel gesteld worden dat hoe hoger het risico, hoe hoger het rendement. No pain, no gain, no risk, no return!

Maar dat er risico’s kleven aan investeren, wil niet zeggen dat je het niet moet doen. Het wil wel zeggen dat je goed je huiswerk moet maken en risico’s moet spreiden. Ook niet onbelangrijk is dat je accepteert dat er risico’s zijn en dat je dus soms ook geld kunt verliezen (en niet alleen op papier maar ook echte cash!).

In de komende hoofdstukken gaan we een aantal investeringsmogelijkheden bekijken. Hierbij kijken we hoe het werkt, wat de risico’s zijn en waar je op moet letten. Gebruik deze informatie om een selectie te maken welke belegging(en) misschien bij jou passen en waarvan je goed blijft slapen.

Je hoeft je dus niet te beperken tot maar één investering, het is vaak zelfs beter om meerdere verschillende investeringen te hebben voor je passief inkomen. Denk bijvoorbeeld aan vastgoed in combinatie met dividend aandelen en crowdfunding. Dit zijn allemaal cash-flow beleggingen die goed op elkaar kunnen aansluiten en een brede spreiding geven van je portfolio.

Heb je een aantal beleggingen gevonden die je interessant lijken, ga ze dan ook proberen om te kijken of ze ook echt bij je passen. Begin natuurlijk klein als het kan en neem in het begin niet te veel risico. Wees eerlijk tegen jezelf en stop als het niet goed voelt en ga andere investeringen proberen.

(Dividend Groei) Aandelen

Wat zijn Aandelen?

Aandelen zijn niets anders dan een bewijs dat recht geeft op een deel van het eigendom van een vennootschap (lees: een bedrijf/onderneming). Het aandeel geeft dus ook recht op uitkering van het dividend van het bedrijf. Verder heb je het recht om te stemmen op algemene aandeelhouders vergaderingen (welk elk bedrijf verplicht is om te houden).

Hiermee kun je , in theorie, ook invloed uitoefenen op de strategie van het bedrijf. Niet alle aandelen van bedrijven zijn beursgenoteerd. Kortom, je kan niet zomaar van elke onderneming aandelen kopen. Hoewel dit in sommige gevallen nog wel mogelijk is via investeringen in Private Equity fondsen (zie desbetreffende hoofdstuk hierover).

Wat is dividend?

Dividend is het bedrag dat de aandeelhouder ontvangt uit de jaarwinst (of reserves) van de onderneming. Het is echter niet vanzelf sprekend dat dividend wordt uitbetaald. Dit ligt eraan hoe het bedrijf er financieel voorstaat en wat de strategie van het bedrijf is.

Wanneer een bedrijf dividend uitbetaalt, kan dit geld niet meer gebruikt worden om het bedrijf verder te laten groeien. Daarom kiezen veel beursgenoteerde bedrijven ervoor om een balans te vinden tussen het uit te betalen dividend en de winst die overblijft om het bedrijf te laten groeien.

Bij veel (financieel gezonde) beursgenoteerde bedrijven is het dividend vaak 40-60% van de totale winst. Uitzonderingen zijn vaak vastgoedondernemingen en nutsbedrijven, die meestal een hoger percentage hanteren.

Hoe werkt beleggen in aandelen?

Om te kunnen investeren in aandelen van beursgenoteerde bedrijven moet je een beleggingsrekening hebben bij een broker (b.v. Lynx, Binckbank, DeGiro, etc.) of een bank (b.v. Rabobank, ING, ABNAMRO, etc.).

Voor het verhandelen (kopen en verkopen van aandelen) betaal je een commissie aan de broker of de bank (brokers zijn vaak wat goedkoper). Verhandelen doe je via het handelsplatform van de broker of bank. Hier kan je aangeven hoeveel aandelen je wilt kopen en voor welke prijs en tot wanneer de order uitgevoerd mag worden. Eventuele dividenden worden uitbetaald en op je beleggingsrekening gestort (en/of gelijk omgezet in extra aandelen).

Waarom focussen op dividend groei aandelen?

Als je financieel onafhankelijk wilt worden is het vaak handig als je regelmatig geld op je (beleggings)rekening gestort krijgt. Nog handiger is het als dit bedrag zich ieder jaar aanpast aan de inflatie (of hoger!). Dividend groei aandelen kunnen hiervoor een oplossing bieden.

In tegenstelling tot “gewone” aandelen, die over het algemeen gekozen worden voor de waardevermeerdering op de lange termijn, is de waarde van een dividend groei aandeel minder van belang. De maandelijkse, kwartaal of jaarlijkse dividend betalingen zijn immers de cash-flow die gaat zorgen dat je (een deel van) de dagelijkse rekeningen kan betalen.

De eventuele waardevermeerdering van de aandelen zijn de spreekwoordelijke “kers op de taart”. Het nadeel van beleggen op dividend groei aandelen is dat je veel onderzoek moet doen om deze aandelen te vinden. Ook moet je regelmatig je portfolio in de gaten houden en alert blijven op beursnieuws rondom de bedrijven die je in je portfolio hebt. Het is dus een wat meer actievere vorm van beleggen in aandelen met bij behorende risico’s.

Wat zijn de risico’s

De waarde van aandelen kan fluctueren afhankelijk van hoe het bedrijf zijn werkzaamheden doet en/of zijn producten verkoopt (b.v. hoeveel omzet en winst de onderneming maakt). Ook het beurssentiment kan een invloed op de waarde van het aandeel hebben (soms zelfs als de onderneming niet aan de beurs genoteerd is!). Maakt een onderneming meer omzet en winst, dan gaat de waarde van het aandeel meestal ook omhoog.

Gaat het niet goed met het bedrijf, dan worden de aandelen minder waard. De waarde van het aandeel wordt ook bepaald door hoeveel erin gehandeld wordt. Kortom, prijsfluctuaties zijn vaak groter bij kleinere beursgenoteerde bedrijven. Er is immers minder vraag en aanbod. Soms kan er ook gespeculeerd worden op toekomstige groei (of overname) van een bedrijf, dit kan de waarde van aandelen hoog opstuwen.

Veel hoger dan de waarde die “normaal” is op basis van de huidige omzet en winst. Dit kan soms leiden tot een “bubbel” waarna de waarde van het aandeel weer flink omlaag gaat als de doelen en verwachtingen niet gehaald worden (of als er geen overname komt). De waarde van aandelen kan ook naar €0 gaan.

Voorbeelden hiervan zijn bedrijven die failliet zijn gegaan (door fraude or veranderende marktomstandigheden) zoals Enron, SNS bank en Imtech. In het beste geval krijg je nog een restwaarde terug voor de aandelen die je hebt, als je pech hebt niet. Kortom, je kan heel veel geld maken maar ook verliezen.

Spreiding is daarom ook van essentieel belang, even als het bijhouden van hoe het bedrijf het doet. Je kan extra aandelen kopen als je denkt dat er goed groei potentieel is. Of je kan verkopen als je denkt dat het bedrijf de groei niet kan behouden, of als je krimp verwacht (omdat b.v. de marktomstandigheden veranderen).

Beleggen vs speculeren

Beleggen” wordt dan ook wel gezien als het kopen van aandelen in bedrijven waarvan je op de lange termijn verwacht dat ze het goed gaan doen. Kortom, je bent opzoek naar (bedrijfseconomische) “waarde” en toekomstige waarde ontwikkeling.

“Speculeren” daarentegen is het handelen in aandelen op de korte termijn waarbij je hoopt op een stijging van de prijs en het creëren van een bovengemiddeld rendement. Het gaat je dus niet om de “waarde” van het aandeel, het gaat je puur om de stijging van de prijs zodat je kan verkopen met winst.

Voor mensen die graag een goed rendement willen en daarvan willen gaan leven is het belangrijk om te focussen op beleggen, niet op speculeren (hoe leuk en spannend dat ook kan zijn). Je wilt tenslotte dat de waarde van je beleggingen is gebaseerd op goed ondernemerschap van het bedrijf en dat deze wordt vergroot zodat jij er in de toekomst van kunt profiteren.

Obligaties

Wat zijn obligaties?

Een obligatie is een verhandelbaar schuldbewijs voor een lening die door een overheid, een onderneming of een instelling is aangegaan.
Als een bedrijf, onderneming of (overheids)instelling geld nodig heeft voor een investering (b.v. een nieuwe productlijn, overname van een concurrent o.d.) kan het een obligatielening uitgeven om aan deze financiering te komen. De koper van de obligatie ontvangt van de uitgever een vergoeding in de vorm van rente.

Obligaties kan je net zoals aandelen verhandelen op verschillende beurzen. Je kan ze ook verhandelen via indexfondsen en/of ETF’s (zie ook het volgende hoofdstuk). Door het kopen van indexfondsen en/of ETF’s creëer je gelijk ook spreiding in je portfolio (dit door indirecte aankoop veel verschillende soorten obligaties in één financieel instrument).

Hoe werken obligaties

De meeste obligaties zijn op de beurs genoteerd in procenten. Voor een obligatie zal meer of minder dan 100% van de hoofdsom moeten worden betaald afhankelijk van de algemene rentestand, de betrouwbaarheid van de uitgever en/of de wisselkoers.

Als de algemene rente stijgt (dus bijvoorbeeld die van de FED of de ECB) dan zal de koers van de betreffende obligaties dalen. Dit omdat de toekomstige kasstromen (die gelijk blijven) tegen een hogere rente verdisconteerd moeten worden. Het omgekeerde geldt natuurlijk ook (stijgende waarde bij dalende algemene rente, dit was ook goed te zien in west Europa in de laatste paar decennia).

Er zijn vele soorten obligaties, allemaal met verschillende voorwaarden, rente betalingen en looptijden. Het meest bekende type obligatie keert een vaste rente uit over het nominale bedrag. Er bestaan ook soorten die een deels of geheel variabele rente uitkeren, die eens in de zoveel tijd wordt vastgesteld. Dit zijn het type “obligatie met floating rate”.

De hoogte van de rente, ongeachte of deze vast of variabel is, hangt vooral af van de krediet score (“credit rating”) die aan de uitgevende instelling gekoppeld is door ratingbureaus (denk hierbij aan de grote bedrijven als Standard & Poor's (S&P), Moody's, en de Fitch). Bedrijven en instellingen met een A rating kunnen tegen relatief voordelige condities geld lenen.

Bij ondernemingen die een B of C-rating hebben, gaat de rente omhoog (obligaties door dit soort ondernemingen worden ook wel "high-yield bonds" genoemd). Dit soort bedrijven hebben vaak minder bekendheid of hebben een risicovoller business model. Wat de reden ook mogen zijn, bij een hogere rente komt een hoger risico op betalingsproblemen (denk hierbij ook aan obligaties van Turkije en Griekenland).

Verder zijn er zogenaamde “step-up bonds”, waarvan de rente stijgt in de loop der tijd. Daarnaast bestaan er geheel renteloze obligaties (“nulcouponobligaties” of ook wel “zerobonds” genoemd). Dit soort obligatie wordt ver onder de 100 procent uitgegeven en groeit dan in de loop der tijd naar 100 procent waarde.

Meestal heeft een obligatie een bepaalde looptijd. Deze obligaties kunnen afgelost worden volgens een bepaald schema (een “lotende lening”) of ze kunnen in één keer afgelost worden (een “bullet lening”). Resterend bestaan er ook nog eeuwigdurende obligaties (bekend als “perpetuals”).

Kortom, afhankelijk van je risico profiel en voorkeuren voor rente betalingen en looptijden kan je veel verschillende soorten obligaties kopen via de beurs.

Wat zijn de risico’s

Obligaties hebben verschillende risico en hoe groot die risico’s zijn hangt van veel zaken af. Bijvoorbeeld, staatsobligaties van de meeste westerse landen zijn relatief veilig, maar hebben ook lagere rente percentages. Bedrijfsobligaties leveren vaak wat meer op, maar hier zijn de risico’s vaak weer wat hoger door de aard van de onderneming. Maar wat zijn nu de verschillende obligatie risico’s?

Renterisico

Als de algemene marktrente stijgt door het besluit van een Europese of Amerikaanse Centrale bank, dan wordt de obligatie die een vaste rente uitkeert, minder waard. Het verschil tussen de algemene marktrente en obligatierente wordt immers kleiner. De toekomstige cashflow van deze obligatie wordt hierdoor dus ook kleiner. Met als gevolg dat de marktwaarde van de obligatie zelf ook lager wordt.

Bij een daling van de algemene marktrente gebeurt natuurlijk het tegenovergestelde. Hierbij stijgt juist de marktwaarde van de obligatie.
In het geval van obligaties met een variabele rente is de waardeverandering minder sterk. Echter, de onzekerheid over de periodiek te ontvangen rente neemt natuurlijk wel toe.

Inflatierisico

Inflatie zorgt ervoor dat de absolute waarde van geld (lees: koopkracht) afneemt over de tijd. Met het geld van de rente en de aflossing van een obligatie kunnen dus in de loop der tijd minder goederen en diensten worden gekocht.

Kortom, de “werkelijke waarde” van de obligatie wordt steeds minder, zowel gedurende als aan het eind van de looptijd van de obligatie.

Debiteurenrisico

Er is altijd een risico dat de uitgever van de obligatie niet aan de financiële verplichtingen kan voldoen. Als een bedrijf bijvoorbeeld failliet gaat, dan zal de houder van de obligatie minder kans maken dat er rente wordt betaald. Ook kan het zijn dat de obligatie niet volledig kan worden afgelost.

De obligatierating is dan ook een indicatie van het “debiteurenrisico” wat de belegger loopt. Dit risico kan je afkopen door je obligatie “te verzekeren”, waarbij je het risico verkoopt aan een derde partij.

Valutarisico

Obligaties kun je in verschillende valuta kopen. Denk hier aan Euro’s, US-dollars, Yens, etc. Bij obligaties in een andere valuta heb je altijd een wisselkoersrisico. Kortom, als je rente in Dollars betaald wordt, maar je geeft je geld uit in Euro’s en de koers van de dollar daalt, heb je minder om uit te geven.

Een volgend risico is er bij het terugbetalen van je investering/lening. Deze zal in Euro’s dan ook minder waard zijn. Dit probleem kan je tijdelijk weer corrigeren door in diezelfde valuta andere obligaties of aandelen te kopen en te wachten tot een beter wisselkoers zich voordoet. Overigens kan dit andersom ook in je voordeel werken natuurlijk.

Indexfondsen en Exchange Traded Funds

Wat zijn Indexfondsen

Indexfondsen zijn financiële producten waarvan de waarde gebaseerd is op een onderliggende “benchmark”. Indexfondsen kunnen bijvoorbeeld gebaseerd zijn op een beurs zijn zoals de Nederlandse AEX of de Amerikaanse S&P500/Dow Jones Industrial Index.

De waarde van de onderliggende index bepaald dus de waarde van het indexfonds. Kortom, je koopt (indirect) de aandelen (of obligaties) van alle bedrijven die op die specifieke beurs (of benchmark) genoteerd zijn.

Wat zijn Exchange Traded Funds (ETF’s)

Een ETF is een geselecteerd pakketje van aandelen, obligaties of “commodities” (goud, zilver, olie, etc.). De waarde van de ETF is gebaseerd op de (gezamenlijke) waarde van de onderliggende financiële producten. Dit kan zowel direct (dus door het fysiek aankopen van bijvoorbeeld de aandelen) of indirect via afgeleide financiële constructies.

ETF’s zijn vaak handig als je denkt dat een bepaalde sector het goed gaat doen in de komende jaren, maar je wilt bijvoorbeeld geen individuele aandelen/obligaties kopen. Door een ETF te kopen realiseer je dan een blootstelling aan die sector (of sectoren), maar krijg je ook gelijk een brede spreiding binnen die sector (of sectoren).

Er zijn ook ETF’s die vergelijkbaar zijn met indexfondsen (kortom, die dus alle aandelen hebben van een bepaalde beurs of benchmark).

Figuur 1, impact management kosten index en ETF beleggen bij 7% rendement

Dividend

Zoals eerder beschreven in het hoofdstuk (dividend groei) aandelen, bedrijven betalen soms een deel van de winst uit aan hun aandeelhouders. Als je belegt in ETF’s en indexfondsen (met aandelen als onderliggende waarde, en mits er een fysieke koppeling is) dan heb je ook recht op dit dividend.

Afhankelijk van welke (soort) bedrijven er in een ETF of indexfonds zitten, en afhankelijk van hoe deze producten gemanaged worden, kan je maandelijks, per kwartaal of jaarlijkse dividend betalingen ontvangen. Soms worden deze direct herbelegd (je krijgt er dus meer ETF’s of indexfonds units voor terug), of het wordt als cash op je rekening gestort.

Wat is het verschil tussen een Indexfondsen en ETF’s?

Zowel indexfondsen als ETF’s zijn mogelijkheden om te investeren in financiële markten en sectoren. Beide investeringen zijn ideaal in de zin dat ze (vaak) breed gespreid zijn en dus minder heftig fluctueren in waarde en lagere risico’s hebben. In deze zin zijn er weinig verschillen Een van de belangrijkste verschillen tussen indexfondsen en ETF’s is de verhandelbaarheid.

Waar indexfondsen slechts 1 maal per dag, of zelfs 1 keer per week verhandeld kunnen worden, kunnen ETF’s op elk moment van de beursdag verhandeld worden. Een ander punt zijn de management kosten. Deze zijn bij een ETF vaak iets hoger door het managementteam dat eraan werkt en de kosten die er gemaakt worden (zie voorbeelden van de impact van managementkosten op je totaal rendement in figuur 1).

Verder moet je ETF’s per hele unit kopen (je moet van bijvoorbeeld Vanguard World (VWRL) er altijd minimaal 1 kopen). Bij indexfondsen hoeft dit niet. Je kan dus zeggen dat je voor een bepaald bedrag wilt kopen (zeg €100), dan krijg je dus het equivalent in eenheden met een totale waarde gelijk aan je inleg (minus eventuele transactie kosten).

Kortom, van bijvoorbeeld Meesman Indexfonds Aandelen Wereldwijd krijg je dan maar 0.81 eenheden (fictief voorbeeld).

Wat zijn de risico’s

Zowel beleggen in indexfondsen als in ETF’s zijn mogelijkheden om te investeren in financiële markten en sectoren. Beide investeringen zijn ideaal in de zin dat ze (vaak) breed gespreid zijn en dus minder heftig fluctueren in waarde. Hou er rekening mee dat bij een flinke wereldwijde beurscorrectie de waarde van de ETF of het indexfonds ook evenredig hard omlaag zal gaan.

Indexfondsen en EFT’s hebben een lager risico dan beleggen in individuele aandelen. Kortom, als één bedrijf omvalt, dan zal je hier binnen een indexfonds of ETF relatief weinig van merken. Bij een individueel aandeel is dat wel anders!

Waar moet je op letten bij het uitzoeken van een Indexfonds of ETF?

De volgende punten moet je goed bekijken bij het uitzoeken welke indexfondsen en/of ETF’s je wilt kopen:

Zoals eerder genoemd, de spreiding kan per sector zijn, of juist de beurs als geheel. Het is daarom belangrijk om te bedenken in welke segmenten van de financiële marken je wilt investeren (of juist in de markt als geheel) voordat je kiest voor een bepaald indexfonds of een ETF.

  • Wat zijn de kosten (i.e. Total Expense Ratio (TER) of Management Expense Ratio (MER))? Deze kosten drukken namelijk op jouw rendement, dus je wilt ze zo laag mogelijk houden. Over het algemeen moet je niet meer betalen dan 0.5%, beter is alles onder de 0.25%.
  • Hoe goed is de spreiding? Bij indexfondsen beleg je in een beurs of index, deze hebben vaak vele honderden tot duizenden bedrijven. Dit geeft een zeer goede spreiding. Echter, sommige specialistische ETF’s hebben niet meer dan enkele tientallen bedrijven (een goed voorbeeld zijn sommige duurzame ETF’s). Het risico op gereduceerd rendement is hier groter door het kleiner aantal ondernemingen. Ook internationale spreiding van ondernemingen is belangrijk om te bekijken (eventueel in combinatie met valuta spreiding).
  • In welke valuta word het indexfonds of the ETF verhandeld? Misschien vind je de ETF of het indexfonds heel aantrekkelijk, maar realiseer je een valutarisico bij de aanschaf en verkoop.
  • Hoe goed is de verhandelbaarheid? Hier ligt de focus op het aantal verhandelbare eenheden van het indexfonds of de ETF. Bij een kleine markt kan de waarde verstoord worden doordat er te weinig koper en verkopers zijn. Hierdoor kan de waarde van het indexfonds of de ETF afwijken van de werkelijke waarde op basis van de onderliggende producten.
  • Zorg dat je altijd een indexfonds of ETF hebt die een fysieke koppeling hebben. Kortom, de onderliggende waarde moeten de werkelijke aandelen of obligaties zijn. Investeer bij voorkeur niet in indexfondsen en ETF’s die afgeleide financiële producten volgen, dit levert namelijk meer risico op.

Vastgoed

Wat is vastgoed?

Vastgoed, ook wel onroerend goed of onroerende zaak genoemd, omvat de grond en de opstal (lees: gebouwen) op deze grond. De term onroerend goed verwijst naar het niet-verplaatsbare karakter van deze materiele zaken (grond en opstal).

Vastgoed kan in eigendom verkregen worden door het betalen van een vergoeding aan de huidige eigenaar. De transactie wordt bij een notaris vastgelegd in een eigendomsregister. Wanneer je vastgoed bezit zal je hiervoor ook jaarlijks belasting moeten betalen in de vorm van Onroerendezaakbelasting (OZB) en eventueel inkomsten (box 1) of vermogensrendementsheffing (box 3).

Welke van laatste twee soorten belasting je moet gaan betalen hangt af van hoe intensief je met je vastgoed bezig wilt zijn.

Hoe kan je in vastgoed beleggen?

Er zijn heel veel verschillende manier om in vastgoed te beleggen. Allereerst is daar natuurlijk de directe manier door het kopen van een pand (of grond) om deze te verhuren (of te verpachten). Bij de verhuur kan je denken aan korte (denk Airbnb verhuur, vakantiewoningen) en lange termijn verhuur.

Bij korte termijn moet je denke aan dagen tot weken (of zelfs enkele maanden) in het geval van lange termijn moet je meestal denken aan 6 of 12+ maanden.

Ook kan je vastgoed kopen, om het vervolgens op te knappen en weer door te verkopen. Dit wordt ook wel “flippen” van vastgoed genoemd.

Een andere manier is indirect in vastgoed beleggen door middel van hypothecaire- en achtergestelde leningen, of via de beurs. In dit laatste geval kan je Real Estate Investment Trusts (REIT’s) kopen voor het dividend of juist ETF’s die een collectie van beursgenoteerde vastgoed bedrijven hebben.

Beursgenoteerde beleggingen in vastgoed hebben vaak aantrekkelijke dividenden en zorgen daardoor ook voor een stabiele cash-flow. Kortom, je krijgt eenzelfde soort voordelen als direct beleggen in vastgoed maar met minder omkijk ernaar. Je mist dan wel de mogelijkheid tot gebruik van hefboomwerking (door een deel zelf in te brengen en een deel te financieren).

Realiseer je wel dat gebruik maken van een hefboomwerking altijd meer risico met zich mee brengt!

Wat zijn de risico’s van verhuurd vastgoed

Bij investeren in vastgoed zijn er veel verschillende risico’s. Veel van deze risico’s kan je verminderen of wegnemen door goed je huiswerk te doen en hulp in te schakelen indien nodig. Hierbij een lijst van risico’s met betrekking tot direct investeren in vastgoed (dus het verhuren van panden):

Wat kan je doen om de verschillend risico’s te verkleinen?

Zoals aangegeven, het is belangrijk dat je weet waar jouw risico’s liggen. Risico’s kan je vaak reduceren door extra geld uit te geven. Hierdoor zakt je rendement, maar is je kans op een stabielere cash-flow wel hoger. Voor direct verhuurd vastgoed kan je hierbij denken aan:

  • Het inhuren van vastgoedmanagers (handig voor je belastingen, omgang met huurders, werving en selectie van huurders, bijhouden van wetgeving, etc.)
  • Regelmatig (laten) bezoeken van je vastgoed (denk hierbij aan elke 3-6 maanden afhankelijk van locatie en type huurders)
  • Verzekeringen (rechtsbijstand, schade, etc.)
  • Doen van marktonderzoek voordat je koopt (wat is de gemeente van plan met het gebied, zijn er positieve ontwikkelingen wat betreft leefbaarheid en werk, etc.)
  • Zorg dat je verschillende panden/meerdere huurders hebt om je risico te spreiden
  • Zorg dat de huurcontracten up-to-date zijn qua regelgeving
  • Heb een onderhoudsplan voor je vastgoed zodat je niet met onverwachte en grote schades komt te zitten.

Waar moet je aan denken bij kopen en verhuren van vastgoed?

Beleggen in vastgoed door middel van kopen en verhuren begint bij het doen van je onderzoek. Je moet weten waarom je dit wilt (cash-flow, opbouw kapitaal, etc.), wat je wilt doen (korte/lange termijn verhuur), hoe je het wilt doen (box 1/box 3 – dus actief ermee bezig zijn of juist niet) en waar.

Begin met het opbouwen van een netwerk van mensen die al in de sector actief zijn en die je kunnen helpen met vragen. Denk hierbij aan andere investeerders, notarissen, (verhuur) makelaars, hypotheekadviseurs, taxateurs, etc. In de huidige markt, waarbij de huizenprijzen hoog zijn, is het hebben van een netwerk essentieel bij het vinden van goed en betaalbaar vastgoed.

Netwerkborrels en events zijn dus ook belangrijk om naar toe te gaan, hoewel niet essentieel. Voor de koop moet je zorgen dat je weet wat de staat van het pand is (doe een bouwkundige inspectie en/of neem een aannemer mee), wat voor huurinkomsten je kan krijgen, hoe hoog de huur mag zijn volgens de puntentelling (indien van toepassing) en wat er aan het pand gedaan moet worden om het te kunnen/mogen verhuren.

Zorg dus ook dat je weet wat je maximaal mag/kunt uitgeven aan het pand en ga daar ook niet overheen! Kortom, weet wat voor rendement je zoekt en zorg dat je dit ook gaat halen. Na de verkoop moet je zorgen dat je pand zo snel mogelijk klaar is voor verhuur.

Als je tijdens het koopproces al huurder(s) kan vinden, moet je dat zeker doen. Is dit niet mogelijk, zorg dan dat je dit (eventueel met een verhuurmakelaar) zo snel mogelijk na overdracht regelt.

Tijd is immers geld. Het is ook erg belangrijk dat je weet wat voor onderhoud er nodig is en wanneer. Een onderhoudsplan maken is dan ook zeer aan te raden (waar van toepassing) of zorg dat je actief wordt in de VvE om je belangen te behartigen. Zorg ook dat er voldoende geld is voor dit onderhoud en zorg voor een reservepotje voor het geval er onverwachte (storm) schade optreedt.

Je wilt niet het risico lopen dat je niet uit komt met je beschikbare cash als er wat onverwachts gebeurd. Kijk ook naar energiezuinigheid van de woning. In de puntentelling gaat dit steeds zwaarder wegen. Kortom, energiezuinigere woningen kun je dus ook voor meer verhuren!

Crowdfunding

Wat is crowdfunding?

Crowdfunding is een manier van financieren waarbij gebruik wordt gemaakt van “publieke” financiering, dus zonder bank of andere krediet instelling. Via deze publieke financiering wordt geld ter beschikking gesteld voor een zakelijk of privé project.

Het interessante van crowdfunding is de laagdrempeligheid en de redelijk tot goede geboden rentepercentages. Bij veel online platforms kun je al vanaf €100 investeren in een project, wat deze vorm van investering mogelijk maakt voor veel mensen. De rente percentages zijn ook zodanig hoog dat de projecten, mits succesvol, veel meer opleveren dan een spaarrekening (of sommige (staats)obligaties).

De risico’s zijn echter vaak ook hoger! Een ander aspect, wat voornamelijk vanuit een persoonlijk oogpunt interessant kan zijn, is dat je gaat investeren in projecten die dicht bij je eigen kennis of passies liggen.

Hoe werkt crowdfunding?

In de praktijk werkt deze manier van financieren als volgt:

  • Kredietnemer gaat naar een (online) crowdfunding platform met een business plan;
  • Online crowdfunding platform screent de kredietnemer;
  • Indien de aanvrager aan de eisen voldoet, wordt de aanvraag op de website gepubliceerd;
  • Op deze site kunnen jij en ik ons aanmelden om een lening te verstrekken voor een bepaalde tijd, rente, bedrag en overige voorwaarden; en,
  • Indien succesvol zal er een contract wordt opgesteld waarbij de kredietnemer en jij beloven een geldbedrag aan elkaar te lenen onder de afgesproken voorwaarden.

Zowel jij als de kredietnemer betalen een bedrag aan het crowdfunding platform voor hun diensten.

Leningsvoorwaarden

Er is een flinke variatie in leningsvoorwaarden, welke afhankelijk zijn van de type lening die wordt aangeboden. De meeste projecten hebben de volgende voorwaarden:

  • Leningsperiode: 12 tot 120 maanden;
  • Rente: 5 – 9%;
  • Minimum bedrag voor de investering: €100; en,
  • Lening wordt maandelijks terugbetaalt (rente + deel lening) met een vast bedrag of aan het einde van de looptijd. Soms krijg je niks tot het einde van het project, waarna alles in 1 betaling wordt afgerond (dus wederom rente + leningsdeel). Kortom, er zijn verschillende varianten te bedanken.

Wat zijn de risico’s

Er zijn een aantal risico’s bij deze vorm van investeren die goed overwogen moeten worden alvorens te beginnen. Deze risico’s zijn:

  • Je zit vaak voor langere tijd vast aan deze investering(en) (niet liquide);
  • Niet alle projecten zullen succesvol zijn. Als projecten niet succesvol zijn kan vaak de lening niet worden terugbetaald, met als gevolg een afschrijving van (een deel van) je geld. Je krijgt dus een deel van je inleg niet meer terug en ook geen verschuldigde rente;
  • In het geval van een afschrijving zal je een flink aantal succesvolle projecten nodig hebben om toch positief rendement te maken; en,
  • Je hebt geen tot slecht zicht op de kennis van kredietnemer. Het is dus vaak lastig om in te schatten hoe goed men in staat is om succesvol een bedrijf of project te leiden.

Tips voor investeren in crowdfunding

Op basis van eigen ervaring, en die van specialisten in de crowdfunding industrie, wordt het afgeraden om in de volgende soort projecten te investeren (i.v.m. risico op problemen en afschrijvingen):

  • Startups, dierenwelzijn, mode, retail, restaurants en cafés;
  • Online bedrijven (apps/platforms/etc.);
  • Grote projecten (meer dan €1M);
  • Bedrijven die een exponentiele groei voorspellen in het business model; en,
  • Buitenlandse projecten (i.v.m. fraude en risico van geld terughalen bij “defaults”).

Private Equity

Wat is Private Equity?

Private Equity (letterlijk vertaald: “privaat vermogen”) zijn investeringen in bedrijven die niet op de beurs genoteerd zijn. Dit soort investeringen worden vaak gedaan door een investeringsfonds. Dit kunnen investeringen zijn in startende bedrijven, maar ook succesvolle bedrijven die nog niet naar de beurs gegaan zijn.

In veel gevallen worden (een deel van) de aandelen van zo’n bedrijf gekocht. Het idee is vaak om deze aandelen na een aantal jaar weer met (flinke) winst te verkopen (als alles goed gaat natuurlijk).

Hoe werkt Private Equity?

Private Equity partijen hebben natuurlijk veel vermogen nodig om bedrijven te kunnen opkopen. Daarom halen deze partijen geld op bij pensioenfondsen, verzekeraars, banken en vermogende families.

Veel Private Equity partijen hebben minimale investeringen van enkele tonnen tot vele miljoenen. Daar komt de (startende) particuliere beleggers vaak niet voor in aanmerkingen. Of toch wel?

Hoe kan je investeren in Private Equity?

Je kan als particuliere belegger (soms) ook de mogelijkheid krijgen aan deze manier van investeren. Het kan soms mogelijk zijn om (indirect) te investeren in Private Equity door aandelen te kopen van dit soort Private Equity bedrijven. Een voorbeeld hiervan is het Nederlandse HAL (Holland Amerika Lijn) Trust.

Het bedrijf Holland Amerika Lijn werd verkocht in 1989 aan een Amerikaans cruise bedrijf (Carnival Corp.). Met het geld is een investeringsholding opgericht. De eigenaar van deze holding, HAL Trust, is verhandelbaar op de beurs in Amsterdam. Deze aandelen kan je dus ook gewoon kopen via een broker of bank.

HAL Trust heeft via de holding constructie een uitgebreide selectie aan belangen in andere bedrijven. Zowel beurs genoteerd als private ondernemingen. Zo heeft HAL Trustbelangen in Boskalis (maritiem dienstverlener), SBM Offshore (Olie en gas toeleverancier) en Koninklijke Vopak (Olie opslag en overslag).

Deze bedrijven zijn ook allemaal beurs genoteerd in Amsterdam, je kan de aandelen dus ook zelf direct kopen/verkopen.

Echter, HAL Trust heeft ook belangen in Coolblue (online elektronica verkoop), Trespa (bouwmaterialen) en Koninklijke Ahrend (kantoorinrichting). Door het kopen van aandelen HAL Trust kan je dus ook “deelnemen” in deze niet-beursgenoteerde bedrijven.

Disclaimer: dit is geen aanbeveling tot het kopen van HAL Trust maar alleen een voorbeeld!

Voordelen van Private Equity

Er zijn verschillende voordelen van Private Equity. Je kan, zoals aangegeven, de mogelijkheid hebben om mee te profiteren van bedrijven en sectoren waar je normaal gesproken geen toegang tot hebt.

Een ander voordeel is dat je via dit soort investeringsfondsen kans hebt op een hoger rendement (hoger dan op de beurs via een indexfonds/ETF). Je kan immers meeprofiteren van zakelijke deals die niet voor “de gemiddelde investeerder” beschikbaar of bekend zijn.

Verder zijn de fluctuaties in de waarde van de aandelen van een investeringsfondsen vaak minder heftig. Dit komt omdat slechts een beperkt deel van de waarde van zo’n investeringsfond bepaald wordt door het beurssentiment. Dit kan handig zijn voor mensen die een meer stabiele belegging willen.

Wat zijn de risico’s

Een van de risico’s van Private Equity is de spreiding. Deze is binnen een investeringsfonds vaak niet zo heel groot (in vergelijking met een indexfonds of ETF). Je moet je daarom ook nooit beperken tot het kopen van slechts 1 investeringsfonds, hoe goed het rendement ook geweest mag zijn. Maar dit geldt natuurlijk voor alle soorten beleggingen!

Het is vaak zo dat investeringsfondsen meer risico nemen om een hoger rendement te halen. Dit kan dus ook leiden tot flinke verliezen in de boeken, die weer de waarde van het investeringsfonds (en dus die aandelen) beïnvloeden. No pain, no gain. No risk, no return!

Opties

Wat zijn opties?

Een optie is een recht om een bepaald financieel product binnen een bepaalde periode tegen een vastgestelde prijs te kopen (calloptie) of te verkopen (putoptie). Voor dit recht moet je een zogenaamde “optiepremie” betalen (het “kopen van een optie”).

De tegenpartij, die de plicht op zich neemt om het aandeel te verkopen (calloptie) of te kopen (putoptie), ontvangt hiervoor deze premie (het “schrijven van een optie”). De waarde van deze premie is afhankelijk van de looptijd van de optie, de waarde van het onderliggende
product en de bewegelijkheid (volatiliteit) van het onderliggende waarde/onderpand en de rente.

Omdat deze variabelen continue veranderen gebruiken professionele optiehandelaren specialistische modellen om een inschatting te maken van de optieprijs. Opties zijn dus derivate financiële producten voor individuele aandelen of beursindexen, maar bijvoorbeeld ook voor rentestanden, valuta en “commodities” (b.v. olie, goud, ijzer, etc.).

Optie termen en theorie

Een kort overzicht van termen en theorie die belangrijk zijn voor het handelen in opties:

  • Eenheid = 100: De eenheid van een optie is altijd 100. Kortom, als je een optie koopt of schrijft gaat dit altijd met 100 keer de onderliggende waarde (b.v. aandeel of beursindex).
  • Expiratie datum: uiterste einddatum van de optie.
  • Uitoefenprijs (de “strike prijs”): de prijs waarbij de optie uitgeoefend wordt.
  • Prijs van de onderliggende waarde: De prijs van een aandeel of waarde van een beursindex. Het verschil tussen de prijs van onderliggende waarde en de strike prijs van de optie beïnvloed mede de waarde van de optie.
  • Looptijd: De duur van de optie tot aan de expiratie datum. Bij een langere looptijd is er een grotere kans dat een bepaalde onderliggende waarde een grote beweging laat zien en de optie meer waard krijgt. Hierom zijn opties met een langere looptijd meestal meer waard dan kortlopende opties. Je kan beleggen in week opties met een looptijd van (maximaal) een dag, een week, een maand/maanden en een jaar/jaren.
  • Rentestand: De actuele rentestand heeft (soms) invloed op optieprijs en is het grootst bij opties met langere looptijden. Dit is vooral van toepassing bij opties op aandelen die dividend betalen.
  • Dividend: cash uitbetaling van winst door de onderneming. Het uitkeren van dividend heeft invloed op de prijs van de toekomstige onderliggende waarde. Dit heeft dus ook een invloed op de waarde van de optie. Dit is met name het geval bij opties met langere looptijden en meerdere dividenduitkeringen.
  • Verwachte volatiliteit: De volatiliteit (“beweeglijkheid”) van de onderliggende waarde is mede bepalend voor de waarde van de optie. Hoe hoger de (verwachte) volatiliteit van de onderliggende waarde, hoe groter de kans dat de optie meer/minder waard zal worden. Dit
    wordt verwerkt in de optieprijs.
  • Intrinsieke waarde: een optie heeft een “intrinsieke waarde” wanneer de onderliggende waarde boven de strike prijs ligt (bij een calloptie) of wanneer de onderliggende waarde onder de uitoefenprijs ligt (bij een putoptie).
  • In-the-money: van toepassing voor een optie met intrinsieke waarde. Als de intrinsieke waarde groot is wordt dit ook wel “deep-in-the-money” genoemd. Dit is wat je wilt zien als je een optie koopt. Afhankelijk van de optie soort kan je de optie uitoefenen, en de onderliggende gekochte waarde voor meer verkopen op de markt.
  • At-the-money: de onderliggende waar is gelijk aan de strikeprijs.
  • Out-of-the-money: de optie heeft geen intrinsieke waarde. Dit is wat je wilt zien als je een optie schrijft. Als de optie verloopt mag je de premie namelijk houden.

Hoe werken Callopties?

Bij het kopen van callopties koop je het recht om de onderliggende waarde (b.v. een aandeel) voor een vastgestelde prijs in (of aan het einde van) een bepaalde periode te mogen kopen. Hiervoor betaal je dus een premie.

Als je een calloptie schrijft, dan ben je verplicht om een onderliggende waarde tegen een van tevoren vastgestelde prijs te verkopen. Echter, dit verkopen is alleen een plicht als dit op zichzelf onvoordelig is (kortom, als er intrinsieke waarde is). Als er geen intrinsieke waarde is, is het een recht.

De schrijver ontvangt als compensatie een premie (deze is gelijk aan de prijs van de optie minus eventuele transactie kosten).
De optie heeft geen waarde meer als aan het eind van de looptijd (bij expiratie van de optie) de prijs van de onderliggende waarde onder de afgesproken strike prijs ligt. Dit is ook logisch aangezien de onderliggende waarde goedkoper gekocht kan worden dan voor de strike prijs.

Echter, ligt de prijs hoger dan de strikeprijs, dan zal de optiehouder zijn rechten waarschijnlijk gaan uitoefenen. Kortom, de koper van de calloptie mikt op een stijging van de onderliggende waarde. Wanneer dat het geval is dan kan hij de onderliggende waarde goedkoper kopen via de calloptie en gelijk weer (duurder) verkopen op de beurs en winst pakken.

Hoe werken Putopties?

De koper van een putoptie heeft een recht gekocht om een onderliggende waarde tegen een van tevoren vastgelegde (strike) prijs te verkopen. Met deze constructie kan je bijvoorbeeld jezelf verzekeren om bepaalde onderliggende waarde tegen een bepaalde prijs te kunnen verkopen, bijvoorbeeld tijdens een aandelen correctie. Voor deze “verzekering” betaal je dus een premie.

De persoon die de putoptie schrijft verplicht zich een onderliggende waarde af te nemen tegen een van tevoren vastgestelde strike prijs bij een tevoren vastgestelde datum. Als vergoeding ontvangt de schrijver van de optie een premiebedrag. De koop is alleen verplicht als de strike prijs hoger is dan de onderliggende waarde (van b.v. het aandeel). Kortom, het is alleen verplicht als de optie intrinsieke
waarde heeft.

Wanneer aan het eind van de looptijd (bij expiratie van de optie) de prijs van de onderliggende waarde boven de afgesproken prijs ligt zal de optie geen waarde meer hebben. De koper van de optie kan immers zonder de optieconstructie de onderliggende waarde voor meer verkopen dan met de schrijver van de optie is afgesproken.

Bij de tegenovergestelde situatie zal de koper van de optie zeker zijn “verzekering” gebruiken. Kortom, de koper van de putoptie verwacht een daling van de onderliggende waarde op termijn.

Amerikaanse of Europese opties?

Er zijn verschillende soorten opties, maar er zijn twee soorten die vaak voorkomen: Amerikaanse en Europese opties. Het verschil zit hem in het kunnen uitoefenen van de opties. Bij Amerikaanse opties kan je tijdens de hele looptijd de optie uitoefenen. Voor Europese opties kan alleen op de afloopdatum de optie uitgeoefend worden. Het heeft dus niks met geografie van de beurs te maken!

Meestal worden aandelen opties op zijn “Amerikaans” verhandeld en indexopties juist op de “Europese” manier.
Er zijn ook nog exotische opties zoals de Bermudan en Canarian opties. Dit zijn een mengvorm waarbij alleen in of tussen vooraf gestelde intervallen opties uitgeoefend kunnen worden.

Let dus altijd goed op wat voor soort optie(s) je koopt! Je wil immers niet verrast worden om, als je bijvoorbeeld een optie schrijft, een oproep te krijgen om aandelen te moeten (ver)kopen (zeker als je deze niet hebt!).

Wat zijn de risico’s

Bij aandelen komt het niet vaak voor dat een aandeel zijn complete waarde verliest. In veel gevallen is het risico beperkt van enkele procenten (op dagelijkse basis) of tientallen procenten (bij langere perioden) van de waarden van het portfolio.

Bij optiehandel is dat wel anders. Dit komt door de hefboomwerking van het optiemechanisme. Het is namelijk mogelijk om het gehele ingelegde vermogen kwijt te raken of zelfs meer. Bijvoorbeeld met het schrijven van callopties zonder de aandelen in bezit te hebben. In dit geval zouden de verliezen, in theorie, onbeperkt op kunnen lopen.

De brokers, banken en beurzen waar optie gehandeld worden nemen daarom risico beperkende maatregelen in de vorm van “margin”. Kortom, om de risico's te beperken eisen zij dat er voldoende onderpand aanwezig is om eventuele verliezen te kunnen financieren.

Stel dat er op een gegeven moment niet voldoende onderpand is op de beleggingsrekening. Dan gaat men over tot een zogenaamde “margin call”. In dit geval heb je meestal tot vijf dagen de tijd om de tekorten aan te vullen. Doe je dat niet, dan gaat de bank over tot liquideren van bijvoorbeeld je aandelen en/of obligaties, een procedé wat je nooit moet willen. Kortom, kijk uit met je optie posities en zorg dat je jouw risico’s beperkt met optie strategieën of spreads.

Optie strategieën en spreads

Handelen in opties kan met verschillende strategieën en spreads. Vaak worden dan meerdere opties gekocht of geschreven om risico’s te beperken. Voorbeelden van optie strategieën en spreads zijn:

  • Straddle strategie
  • Strangle strategie
  • Call/Put/Bear spreads
  • Ratio spread
  • Butterly
  • Condor
  • Synthetic
  • Optiebox

Voor meer details kan je online de nodige uitleg vinden.

Achtergestelde (Duurzame) Leningen

Wat zijn achtergestelde leningen

Een achtergestelde lening is een lening aan een privé persoon, bedrijf of instelling waar geen onderpand tegenover staat. Veel crowdfunding projecten en bedrijfsleningen zijn vormen van achtergestelde leningen. Ook veel duurzame projecten (in wind of zonne-energie) waarvoor geadverteerd wordt in de media zijn in feite achtergestelde leningen.

Hoe werkt een achtergestelde lening?

Indien goed uitgevoerd, wordt er een contract opgesteld met de voorwaarde voor de lening (rente, duur, manier van terug betalen, boetes voor laat betalen, etc.). Deze zal getekend moeten worden door beide partijen alvorens er tot betaling wordt overgegaan van het afgesproken bedrag naar de rekening van de geldnemer.

In het geval van een crowdfunding investering zal dit geregeld worden door het platform. Bij veel duurzame achtergestelde leningen zal het betreffende bedrijf of intermediaire deze werkzaamheden op zich nemen.

Mocht je zelf een achtergestelde lening afsluiten met bijvoorbeeld familie of vrienden, zorg dan altijd dat het contractuele gedeelte goed is opgesteld en ondertekend. Houd elkaar ook aan de afspraken zoals vastgelegd in het contract.

Wat zijn de risico’s

Afhankelijk van de situatie is het vaak zo dat achtergestelde leningen als laatste worden terug betaald bij een faillissement. Eerst worden de hypothecaire leningen en belastingen betaald. Gevolgd door uitstaande facturen en als er nog geld over is worden de achtergestelde leningen afbetaald.

Kortom, het is een investeringsvorm met een relatief groot risico. Dit hogere risico wordt vaak wel gecompenseerd met een hogere rente vergoeding.

Alternatieve beleggingen

Er zijn nog legio andere soorten (durf) beleggingen en investeringen te bedenken dan hiervoor beschreven zijn. Allemaal met hun eigen risico profiel, voordelen en nadelen. Om toch nog wat ideeën mee te geven voor alternatieve passieve investeringen, hier een korte lijst:

  • Commanditaire vennootschap (CV): beleggen in sectoren die vaak niet beursgenoteerd zijn. Voorbeelden zijn te vinden in de scheepvaart, filmindustrie, kunst & cultuur, etc. Kortom, je brengt kapitaal in en kan meedelen in de winst. Echter, je hebt vaak geen inspraak in de onderneming, meestal ben je namelijk een stille vennoot.
  • Crypto munten: hoewel de cryptomarkt bubbel in 2017-2018 duidelijk gebarsten is, wil dit niet zeggen dat er voor geen enkele cryptomunt een toekomst is weggelegd. Echter, met veel beginnende markten is het lastig om in te schatten wat de risico’s zijn en wat het lange termijn groeipotentieel is.
  • Valuta handel: vergelijkbaar met beleggen in aandelen en obligaties op de beurs, maar met een andere dynamiek.
  • Commontity handel: handel in grondstoffen, landbouw producten, etc. Wederom vergelijkbaar met beleggen in aandelen en obligaties op de beurs.
  • P2P leading: Peer-2-Peer, vergelijkbaar met crowdfunding voor ondernemingen, maar dan ook voor privé personen en leningen. Vaak hele hoge rendementen, maar risico op defaults is groot. Zeker in tijden van economische onrust.

Verder zijn er natuurlijk nog investeringen die actief inbrengen nodig hebben in de vorm van kapitaal én mankracht. Denk hierbij aan het opzetten van een bedrijf of starten van een franchise onderneming. Maar aangezien het idee was om minder stress te hebben en meer tijd, word hier verder geen aandacht aan geschonken in deze gids.

Hoewel vermeld moet worden dat je op termijn alles kunt uitbesteden zodat je van de dividenden van het bedrijf kunt leven. En dat dus zonder noemenswaardig veel tijd en energie die je in de ondernemen moet stoppen.

Discussie en conclusie

Er zijn veel traditionele en minder traditionele manieren om jezelf financieel onafhankelijk (of financieel vrijer) te maken. Elk komt met zijn eigen voor- en nadelen. Wat bij jou past zal je zelf uit moeten vinden. Echter, begin nooit met investeren als je de investering niet goed begrijpt! Doe altijd eerst goed je huiswerk en laat je zeker nooit overhalen door verkopers aan de telefoon of via sociale media.

Maar tot die tijd is het verstandig om eerst je financiën goed onder de loep te nemen en te optimaliseren. Het is dan ook niet erg als je soms over de grenzen van je eigen comfort-zone heen gaat, dit geeft je tenminste een idee wanneer je te ver bent gegaan. Schroef je uitgavenpatroon dan weer een beetje omhoog tot het punt dat je wel gelukkig bent met je leven.

Zorg ook altijd voor een financiële buffer om jezelf te beschermen voor onvoorziene situaties en/of om jezelf meer vrijheid te geven om keuze te kunnen maken. Je zal zien dat je geen tonnen nodig hebt om dit te bereiken.

Met alles wat je overhoudt van je uitgaven is het dus belangrijk om (langzaam aan) te gaan leren om gecalculeerde risico’s te nemen. Hierbij is het enorm belangrijk dat je weet wat de risico’s zijn. Gewoon blind beginnen met beleggen en investeren is een garantie op teleurstellingen.

Voor de meeste mensen is het beginnen met indexfondsen/ETF’s met aandelen en obligaties de beste methode. Het is relatief
simpel en zeer effectief, mits je kan focussen op de lange termijn!

Disclaimer
De informatie in dit blogartikel is bedoeld als algemene informatie en educatie. De informatie is niet bedoeld als vervanging van enig financieel advies door een gediplomeerd financieel adviseur. Besluiten gebaseerd op deze informatie zijn voor je eigen rekening en risico! Rendementen uit het verleden bieden geen garantie voor de toekomst.

Ondanks het feit dat Puurmindsetacademy.nl alle zorgvuldigheid in acht neemt om informatie te verstrekken die juist is, volledig en actueel en daarbij gebruik maakt van bronnen die betrouwbaar geacht worden, kan Puurmindsetacademy.nl niet instaan voor de juistheid, volledigheid en actualiteit van de geboden informatie verstrekt via dit blogartikel.

Uitsluiting van aansprakelijkheid

Puurmindsetacademy.nl aanvaard geen enkele aansprakelijkheid voor directe of indirecte schade, incidentele of gevolgschade, boetes of immateriële schade inclusief winstderving (zelfs wanneer Puurmindsetacademy.nl op de mogelijkheid van het ontstaan van deze schades gewezen is) die op enigerlei wijze met betrekking tot gebruik van dit blogartikel, website en/of eventuele verdere communicatie.

Over de schrijver
Mijn missie is om mensen wakker te schudden. Ik help mensen om de beste versie van zichzelf te worden. Op Puur Mindset Academy.nl laat ik zien welke stappen je hiervoor allemaal kunt ondernemen en welke tools je kunt toepassen. Ook deel ik regelmatig toffe en super waardevolle tips en technieken, dit doe ik zowel op deze website, als op mijn social media kanalen en podcast.
Reactie plaatsen