
Wat is het verschil tussen mensen die de weg kwijtraken bij tegenslag en mensen die zich niet uit het veld laten slaan?
Het antwoord: Mentale veerkracht door compassievol accepteren en toegewijde actie . Mensen die mentaal veerkrachtig zijn ervaren net zoveel tegenslag, problemen en stress als anderen. Maar ze weten er wel beter mee om te gaan.
Zij verzetten zich niet tegen vervelende gevoelens, maar gaan er juist verstandig mee om. Ze kunnen mild naar zichzelf kijken en weten heel goed wat voor hen belangrijk is in het leven. In plaats van ‘moeten’ gebruiken zij dan ook veel vaker de woorden ‘mogen’ en ‘willen’.
Dit blogartikel bevat 7 tips en diverse oefeningen die je direct kunt toepassen.
Ik wens je veel leesplezier en succes.
1. Pijn, lijden en loslaten
Pijn is een onvermijdelijk onderdeel van een mensenleven. Dit kan lichamelijke pijn of ongemak zijn. Maar ook pijn in de vorm van vervelende gedachten, herinneringen of gevoelens als angst, somberheid, frustratie en teleurstelling.
Pijn heeft een directe en vaak duidelijk aanwijsbare oorzaak. Denk aan lichamelijk ongemak als gevolg van bijvoorbeeld ziekte of ouderdom. Maar ook directe pijn als verdriet bij het verlies van een dierbare of vervelende gevoelens en gedachten na tegenslag.
Lijden kent geen duidelijk aanwijsbare oorzaak. Bij lijden raak je verstrikt in vervelende gedachten. Je levert strijd met pijnlijke gevoelens of lichamelijke sensaties. Of je ervaart niet de rijkdom in het hier-en-nu omdat je teveel gefocust bent op het verleden of de toekomst.
Lijden is het gevolg van je strijd tegen pijn. Bij deze strijd pas je ‘controlestrategieën’ toe als:
- Piekeren
- Afleiding zoeken ‘om te vergeten’. Bijvoorbeeld door hard te werken en ‘emotie-eten’
- Uitstelgedrag
- Contacten verbreken, thuisblijven of situaties vermijden
- Bagatelliseren
- Oude koeien uit de sloot halen en klagen
- Middelengebruik als roken of drinken
- De omgeving willen controleren of dingen dubbel controleren
- Strikte regels stellen of dingen doen omdat het hoort
- Geen ‘ja’ of ‘nee’ durven zeggen
- Jezelf bekritiseren
Verzet tegen pijn is zinloos
Verzet tegen pijn is zinloos. Wie zich veel verzet tegen pijn zal namelijk merken dat vervelende gevoelens alleen maar sterker worden. Bovendien vreten piekeren en vervelende gevoelens onderdrukken veel energie en zijn roken, drinken en ‘emotie-eten’ niet gezond.
Klagen en oude koeien uit de sloot halen zetten relaties onder druk en zelfkritiek leidt tot een negatief zelfbeeld.
Veel verstandiger is het dus je verzet te staken. Metaforisch gezien is het beter met de stroom mee te drijven dan er tegenin te zwemmen.
Want hiermee vergroot je de kans om op enig moment ergens de kant te bereiken in plaats van door uitputting overmand te worden.
De eerste stap is om zelf te ervaren dat verzet tegen pijn zinloos is.
Dit doe je door een tijdje op te schrijven:
- Welke van de bovenstaande controlestrategieën jij toepast in voor jou lastige, pijnlijke of moeilijke situaties.
- Wat vermijding en piekeren je kosten en wat het je oplevert.
2. Accepteren kan je leren
Pas als je hebt ervaren dat verzet door vermijding echt zinloos is, is het tijd voor de tweede stap. Dat is het accepteren van gedachten, herinneringen en vervelende gevoelens als angst, boosheid, somberheid en teleurstelling die het gevolg zijn van tegenslag of moeilijkheden.
De gedachte achter acceptatie is dat het jouw pijn of probleem weliswaar niet oplost, maar dat er geen energie meer verloren gaat aan vermijden en piekeren. Hierdoor ontstaat er weer ruimte voor het zien van nieuwe perspectieven en mogelijkheden.
Accepteren kan je leren
Accepteren is lastig en soms ronduit moeilijk. Je zult maar net ontslagen zijn of een vervelende boodschap gekregen hebben. Maar toch, hoe moeilijk ook, kan je stapje voor stapje leren accepteren. Compassievol leren omgaan met je gevoelens, gedachten en
jezelf vormen hiertoe de sleutel. Neem hiervoor de tijd!
Je bereidheid tot acceptatie versterk je door:
- Gevoelens als angst, onzekerheid, spanning, verdriet, jaloezie, schuld en boosheid niet alleen maar als negatief te beschouwen. Dergelijke emoties voelen weliswaar niet prettig of zelfs ronduit onprettig, maar zijn ook waardevol. Ze maken je namelijk duidelijk wat voor jou echt belangrijk is in je leven. Zo maakt een schuldgevoel als je veel weg bent voor je werk je bijvoorbeeld duidelijk om meer (kwalitatieve) aandacht te besteden aan je relatie.
- Je te beseffen dat gevoelens met een negatieve lading je helpen meer doordachte keuzes te maken. Ook bevorderen dergelijke gevoelens je doorzettingsvermogen.
- Vaker ‘moeten’ te veranderen in ‘mogen’. Bijvoorbeeld van ‘ik moet zeker zijn voor ik iets onderneem’ naar ‘ik mag onzeker zijn voor ik iets onderneem’.
- Vaker ‘maar’ te vervangen door ‘en’. Bijvoorbeeld van ‘ik ga naar de tandarts maar ik zie er als een berg tegen op’ naar ‘ik ga naar de tandarts en ik ben bereid de spanning die dit met zich meebrengt te accepteren’.
- Een genuanceerde woordenschat bij gevoelens te gebruiken. Zeg tegen jezelf als je je gespannen voelt Ik voel me gespannen en niet Ik ben gespannen. Bij ‘spanning voelen’ is er namelijk ook ruimte voor andere gevoelens en ervaringen. Bij ‘ik ben gespannen’ zeg je feitelijk dat je van top tot teen alleen maar uit spanning bestaat.
- Je te beseffen dat zelfcompassie niet soft is en je zwak maakt. Mensen met zelfcompassie durven als het ware in de spiegel te kijken. Zelfcompassie betekent dat je oog hebt voor de realiteit en dat je ook vervelende emoties onder ogen durft te komen. Ook maakt zelfcompassie niet zwak. Mensen met zelfcompassie zorgen doorgaans beter voor zichzelf waardoor ze soepeler om kunnen gaan met tegenslagen.
- Jezelf niet te vaak met anderen te vergelijken. Want je steeds vergelijken met anderen bemoeilijkt zelfacceptatie. Er is namelijk altijd wel iemand die iets beter kan, knapper of rijker is.
Je oefent acceptatie door:
- Stapje voor stapje je bewust bloot te stellen aan situaties, gedachten en gevoelens die je normalerwijze probeert te vermijden. Wees hierbij mild voor jezelf en neem er de tijd voor.
- Een tijdje te turven hoe vaak dat je wel en hoe vaak je niet bereid bent te accepteren. Wees ook hier mild voor jezelf als je even niet bereid bent te accepteren.
- Afstand te nemen van niet-functionele gedachten.
3. Gedachten kan je niet stoppen
We bepalen voor een belangrijk deel zelf of en in hoeverre we gebukt gaan onder problemen. Een ongezonde wijze van denken vergroot problemen alleen maar. Belemmerende of niet-functionele gedachten spelen hierbij een rol.
Onderstaand tref je enkele tips aan om soepeler om te gaan met vervelende of opdringende gedachten. De kern hierbij is dat je gedachten niet kan stoppen. Maar je kan er wel meer afstand van nemen.

Gedachten kan je zien als een rivier. Het water in een rivier kan je niet met je handen tegenhouden. En zo is het ook met gedachten.
Je kunt echter wel naast de rivier gaan staan en hierdoor met enige afstand naar het stromende water kijken. Zonder het tegen te willen houden.
Dit kan je ook met gedachten doen door ze zonder veroordeling waar te nemen. Ook als het gaat om gedachten met een opdringend of dramatisch karakter.
Gedachten en realiteit
Gedachten manifesteren zich dikwijls als de realiteit. Maar gedachten bevatten vaak denkfouten. Door met wat afstand naar ze te kijken (door ze op te schrijven!) zie je beter in dat gedachten lang niet altijd logisch zijn of toetsbaar aan de hand van feiten.
Of dat ze niet bijdragen tot zelfacceptatie. Gedachten met een negatieve lading hebben vaak iets dwingends, eisend en veroordelend over zich. Ze bevatten vaak woorden als ‘moeten’ en ‘zou niet mogen zijn’.
Afstand nemen van je gedachten
Afstand nemen van je gedachten bevorder je door:
- Te accepteren dat je de stroom van gedachten niet kunt tegenhouden. Het regelmatig doen van concentratieoefeningen en mindfulness oefeningen kunnen je hierbij helpen.
- Door jezelf de vraag te stellen: ‘Wat is het probleem NU?’ Door de aandacht te richten op het huidige moment zal je merken dat het probleem zich in het hier-en-nu meestal niet voordoet.
- De stem van je geest als een aparte persoon te beschouwen door bijvoorbeeld deze een naam te geven die een positieve of neutrale lading voor je heeft.
- Je mild, begrijpend, maar ook grenzen aangevend op te stellen ten aanzien van de stem van je geest. Je zou bijvoorbeeld tegen je geest kunnen zeggen: ‘Bedankt dat je met deze gedachten mijn aandacht vraagt. Ik weet dat je het goed bedoelt en wilt voorkomen dat
ik pijn lijd. Maar ik ben een sterk persoon en ik weet goed wat ik moet doen’. - Jouw gedachten met een negatieve lading beter te herkennen door ze te verzamelen en op te schrijven.
Veel voorkomende gedachten met een negatieve lading
Enkele veel voorkomende gedachten met een negatieve lading zijn:
- Ik moet het goed doen.
- Ik moet altijd vrolijk zijn.
- Ze mogen niets aan me merken.
- Ik mag anderen niet teleurstellen.
- Mensen kan je niet vertrouwen.
- Ik mag geen fouten maken.
- Anderen moeten mij aardig vinden.
- Ik kan niet leven met onzekerheden.
- Mijn leven wordt bepaald door het verleden.
- Dit zou me niet mogen overkomen.
- Ik moet alert zijn op alle mogelijke tegenslagen en gevaren.
- Als ik niets doe, dan doe ik ook niets fout.
- Moeilijkheden van anderen moet ik me zoveel mogelijk aantrekken.
- Ik moet de perfecte oplossing vinden.
- Ik ben minderwaardig of ik kan niets.
- Ik ben niet goed genoeg.
- Alles moet gaan zoals ik wil.
4. Piekeren is raar!
Piekergedachten gaan over dingen die niet goed zijn gegaan. Of je piekert over wat er in de toekomst anders moet. Of zou kunnen gaan gebeuren. En dat is best raar. Want, gebeurtenissen uit het verleden kan je niet meer veranderen. En de toekomst is ongewis en verloopt vaak anders dan gedacht.
Gelukkig zijn er eenvoudige oefeningen om de invloed van piekergedachten te verminderen. De kern hierbij is het op een milde wijze ervaren van het ‘hier en nu’. Met mild bedoel ik dat je eventuele piekergedachten tijdens de oefening accepteert en dus niet onderdrukt.
Dit doe je door steeds op een vriendelijke, maar besliste wijze terug te keren naar de oefening. Ook kan je meer afstand nemen van je gedachten zoals in het vorige hoofdstuk is beschreven.
5. Hoe ik mild en compassievol naar mezelf kan kijken
De manier waarop je jezelf en je identiteit beschrijft heeft veel invloed op je welbevinden. Dit hoofdstuk is vooral geschreven voor mensen die:
- De lat altijd hoog leggen.
- Moeite hebben zichzelf te accepteren zoals ze zijn.
- Last hebben van sterke belemmerende emoties als schaamte, boosheid of schuldig voelen.
Onderstaand tref je handreikingen aan om mild en compassievol naar jezelf te kijken en te handelen.
Je identiteit
Een goed ontwikkelde identiteit is flexibel. Dit houdt in dat je identiteit niet teveel verbonden is met gedachten en het verhaal over jezelf. Dat je er dus wat afstand van kunt nemen.
Iemand die bijvoorbeeld zijn identiteit koppelt aan het verhaal dat hij manager is, kan eerder in een crisis raken bij ontslag dan iemand die een meer flexibele identiteit heeft.
Bij het afstand nemen van je verhaal of gedachten over jezelf kan je de volgende stappen doorlopen:
- Onderzoeken van een beschrijving over jezelf.
- Van perspectief veranderen en afstand nemen van je gedachten.
- Compassievol zijn.
Onderzoeken van een beschrijving over jezelf
Zowel negatieve als positieve beschrijvingen over jezelf kunnen het welbevinden verminderen. Want elke beschrijving bevat eisen waaraan je moet voldoen. Hierdoor werk je misschien onnodig hard of voel je frustratie of verdriet als je niet (meer) aan deze eisen kan voldoen.
Je kunt een beschrijving over jezelf eenvoudig onderzoeken door:
- Een woord te kiezen die jouw persoonlijkheid beschrijft (Ik ben……)
- Aan te geven wat deze beschrijving voor jou betekent (…… zijn betekent voor mij…….)
- Na te gaan welke regels jezelf hierbij oplegt (Om…. te zijn moet ik …….)
Bijvoorbeeld:
- Ik ben vriendelijk
- Vriendelijk zijn betekent voor mij aardig en begripvol reageren naar anderen.
- Om vriendelijk te zijn moet ik aardig en begripvol overkomen naar anderen.
Van perspectief veranderen en afstand nemen van je gedachten
Het doel is los te komen van de regels die we onszelf opleggen en de gedachten die ontstaan als we niet aan deze regels kunnen voldoen. Dit loskomen kan je bevorderen door bijvoorbeeld eerst recht en ontspannen te gaan zitten en enkele minuten je
ademhaling te volgen.
Daarna laat je op een niet veroordelende en milde wijze de gedachten toe die passen bij de in de vorige stap vermelde beschrijving. Hierdoor kijk je als het ware op een meer observerende wijze naar jezelf.
Vanuit ‘ik ben vriendelijk’ zou dan kunnen ontstaan:
‘Vriendelijk zijn vind ik een fijne eigenschap. Ik merk dat ik hierdoor gemakkelijker contact met anderen maak. Een goed contact met ander en vind ik belangrijk. Maar niet iedereen reageert op een positieve of aardige manier als ik vriendelijk ben. Dan vraag ik
me af wat ik fout doe. Ook durf ik voor mezelf te bekennen dat het vriendelijk zijn een soort verdedigingsmechanisme is om niet gekwetst te worden. Altijd vriendelijk moeten zijn is best vermoeiend. En alleen maar vriendelijke reacties terugkrijgen kan natuurlijk
niet. Ik zie nu beter in dat vriendelijkheid me veel brengt, maar dat ik niet altijd vriendelijk MOET zijn.’
Compassievol – bang om fouten te maken
Mensen zijn dikwijls bang fouten te maken. Ze realiseren zich vaak niet dat fouten nuttige informatie oplevert waarvan je kunt leren. Om meer welbevinden te ervaren is het belangrijk een milder perspectief te ontwikkelen over falen. Dit perspectief kan je ontwikkelen door jezelf de volgende vragen te stellen:
- Ga terug naar een moment waarin je faalde. Hoe voelde je je en hoe reageerde je?
- Wat zou je tegen een goede vriend zeggen als die precies dezelfde faal-ervaring zou hebben?
- Hoe zou je milder tegenover jezelf kunnen zijn?
- Wat heb je van je faal-ervaring geleerd?
- Op welke manier ben je moedig geweest door iets te proberen? Waar mag je trots op zijn?
Compassievol – tegenslagen
Soms heb je een tegenslag in het leven waar je geen invloed op kunt uitoefenen en die pijnlijk of moeilijk is. Denk aan ontslag, het verlies van een dierbare of ziekte. De natuurlijke neiging is je terug te trekken of te verzetten om de pijn maar zo min mogelijk te voelen.
Deze vermijding en dit verzet kosten veel energie. Bovendien levert het weinig op. In plaats van verzet kan je ook kiezen de aandacht juist wel te richten op je pijn. In eerste instantie zal je meer pijn ervaren. Maar vaak vermindert het gevoel na enige tijd.
Het op een compassievolle manier aandacht richten op je pijn doe je door jezelf vragen stellen als:
- Mag ik pijn en vervelende gevoelens ervaren?
- Mag ik niet weten wat ik moet doen?
- Kan en mag ik accepteren dat niet alles in het leven kan worden opgelost?
Compassievol – mild handelen naar jezelf
Mild handelen naar jezelf versterk je door grenzen te stellen. Zowel naar jezelf als naar anderen. Ervaar het verschil maar eens tussen:
- ‘Ik kan je niet helpen met het opknappen van de keuken. Ik heb barstende koppijn. Probeer maar een ander te vinden die je kan helpen.’
- Of: ‘Ik kan je niet helpen met het opknappen van de keuken. De afgelopen tijd heb ik teveel hooi op de vork genomen en steeds meer last van hoofdpijn gekregen. Ik wil het daarom wat kalmer aandoen. Ik wil je vragen iemand anders te zoeken die je kan helpen.’
Compassievol – niet tevreden over je lijf
Deze oefening is specifiek voor mensen die last hebben van een negatief lichaamsbeeld. Mensen hebben dikwijls de natuurlijke neiging dat deel van hun lichaam waar ze niet blij mee zijn of dat minder goed functioneert (bijvoorbeeld als gevolg van ziekte) te vermijden. En deze vermijding kan onzeker maken.
In deze oefening vraag ik je voor de spiegel bewust naar het lichaamsdeel te kijken waar je niet blij mee bent. In het begin zal je meer negatieve emoties en gedachten ervaren. Het is belangrijk deze te accepteren van uit het observerende zelf door afstand te nemen
van je gedachten over jezelf. Als de heftigste emoties afnemen, probeer dan met meer mildheid en compassie naar het lichaamsdeel te kijken.
6. Durf te kiezen en heb de moed te doen
Niet alles in het leven is maakbaar of bereikbaar. Maar de essentie wat mensen uit het leven willen halen kan wel benaderd worden door toegewijde actie op basis van persoonlijke waarden. Onder het motto van ‘durf te kiezen en heb de moed te doen’ tref je onderstaand enkele handreikingen voor waardengericht leven aan.
Persoonlijke waarden
Toegewijde actie start met het kennen van je persoonlijke waarden. Persoonlijke waarden gaan over alles wat je belangrijk vindt in je leven. Door bewust te handelen naar je persoonlijke waarden kan je:
- Zelfbewuster reageren op situaties.
- Stabiliteit en richting geven aan je leven.
- Meer zinbeleving, welbevinden en vitaliteit in je leven ervaren.
- Beter je verantwoordelijkheid nemen voor de keuzes die je in je leven maakt.
- Doelstellingen -ook bij tegenslagen- beter realiseren.
- Minder snel een gevoel van falen ervaren bij het onverhoopt niet realiseren van een doelstelling.
Metaforisch kan je waardengericht handelen zien als reizen met behulp van een kompas.
De (kompas)waarde bepaalt je richting. De bestemmingen tijdens de reis zijn je doelen.
Je doelen zijn flexibeler dan je waarden. Dat is belangrijk omdat doelen soms niet haalbaar zijn en dus tijdens de reis aangepast moeten worden. Zolang je deze aanpassing doet op basis van je persoonlijke waarden, ervaar je toch een betekenisvolle reis.
Willen, mogen en moeten
Mensen die spreken over willen hebben doorgaans een scherper beeld van hun persoonlijke waarden dan mensen die moeten. Om je persoonlijke waarden te achterhalen is het daarom nuttig na te gaan wat je wel wilt.
Voor veel mensen is de stap van ‘moeten’ naar ‘willen’ te groot. Dit is bijvoorbeeld het geval als ze te sterk gericht zijn op de behoeften van anderen. Of als mensen uit faalangst de verantwoordelijkheid vermijden die hoort bij ‘willen’.
Als dit bij jou ook van toepassing is, maak dan een tussenstap via ‘mogen’. Je kunt dan als het ware wennen aan het mogen willen.
Persoonlijke waarden achterhalen
Achterhalen wat voor jou belangrijk is in het leven is een zeer persoonlijk traject. De inspiratiebronnen hiervoor zijn eindeloos. Denk aan muziek, een mooie film, de natuur of gesprekken met anderen.
Ook waar je als kind het meest enthousiast van werd of het terughalen van enkele momenten met een sterke zinbeleving kunnen goede bronnen zijn. Voor degenen die graag werken vanuit een zekere structuur tref je onderstaand enkele suggesties aan:
De dood
Met het besef dat het leven eindig is maak je een lijst van dingen die voor jou belangrijk zijn. Wat is belangrijk voor je als nog maar een half jaar te leven had? Wat zou je dan in ieder geval willen doen?
Moeilijke en pijnlijke momenten in je leven
Als je het moeilijk vindt om waarden te achterhalen, kan je ook kijken naar moeilijke of pijnlijke momenten in je leven. Deze momenten kunnen een mooie inspiratiebron zijn voor wat jij belangrijk vindt.
Durven kiezen en doen
Toegewijde actie betekent vaak het zetten van nieuwe stappen in je leven. Dit gaat vaak gepaard met spanning en soms met faalangst. Weet dat dit een heel natuurlijke reactie is. Vanuit de evolutie heeft onze geest namelijk de neiging ons te wijzen op gevaren en risico’s.
Tegen deze spanning en faalangst ingaan is geen goede strateg ie. Acceptatie van deze gevoelens, wat afstand nemen van je gedachten en ervaren dat het zetten van stappen echt niet tot rampspoed leidt, daarentegen wel.
Een goede strategie is ook doelen te kiezen waar je zelf invloed op kunt uitoefenen. Hoe meer je doelen stelt waar je zelf invloed op kunt uitoefenen, hoe minder snel je gevoelens van falen ervaart als je je doel niet bereikt. Zie het verschil maar tussen ‘ik moet deze opdracht binnenhalen’ en ‘ik wil een goed verkoopgesprek voeren om deze opdracht binnen te halen’.
Enkele tips voor het gemakkelijker realiseren van je doelstellingen :
- Steun uit je omgeving. De kans op steun uit je omgeving vergroot je bijvoorbeeld door te spreken over wat je wel wilt. Door op een positieve manier over je doelen te spreken zullen mensen eerder geneigd zijn je te steunen.
- Het stellen van concrete doelen. Gebruik hiervoor SMART dat staat voor Specifiek, Meetbaar, Acceptabel, Realistisch en Tijdsgebonden.
- Zorg voor hapklare brokken. Henry Ford zei ooit ‘geen enkele taak is erg moeilijk, als je hem maar opdeelt in stappen die klein genoeg zijn.’ Kortom zet niet te grote stappen, maar werk waar nodig met subdoelen.
Waardengericht leven en verplichtingen
Natuurlijk heb je in het leven verplichtingen. Maar verplichtingen voelen wel anders aan bij waardengericht leven. Vergelijk maar eens:
- ‘Ik vind mijn werk niet veel aan. Maar ja, ik moet ook mijn hypotheek betalen’
- Of: ‘Ik vind mijn werk niet veel aan. Maar het voorziet wel in mijn behoefte om in mijn levensonderhoud te voorzien.’
7. Je bent NOOIT waardeloos!
Schaamte is misschien wel de meest heftige emotie die we kennen. Want schaamte betekent ‘ik ben slecht’ of ‘ik ben waardeloos’. En dat is wat anders dan schuld. Want dan ben je niet slecht of waardeloos, maar heb je iets niet goed of misschien zelfs iets slechts gedaan.
Schaamte is een ronduit ongezonde emotie. Het leidt bijvoorbeeld tot perfectionisme, anderen de schuld geven, pestgedrag, agressie, vermijding, gebrek aan eigenwaarde, angst en depressies. In organisaties kan het leiden tot een angstcultuur en een gebrek aan innovatie en betrokkenheid.
Redenen genoeg dus om schaamte bij de wortel aan te pakken. De eerste stap hierbij is schaamtegevoelens onder ogen te zien.
Schaamtegevoelens accepteren
Speel geen verstoppertje met je schaamtegevoelens. Want net als met andere vervelende en pijnlijke emoties die je steeds onderdrukt, worden schaamtegevoelens hierdoor alleen maar groter. Veel effectiever is de pijn van schaamte -want pijn doet het- toe te laten.
Iedereen doet soms wel iets stoms of verkeerd. En iedereen schaamt zich wel eens. Zodra je de storm aan gedachten die je schaamtegevoelens aanwakkeren doorstaan hebt, is het tijd wat afstand van deze gedachten te nemen. Denk aan gedachten als ‘ik
ben’:
- waardeloos
- slecht
- fout
- een nietsnut
- slappeling
- geen liefde, hulp, aandacht, etc. waard
Een heel eenvoudige manier is dergelijke schaamte aanwakkerende gedachten een aantal maal hardop uit te spreken. Als je dit doet zal je merken dat de betekenis van de gedachten af gaat nemen. Je neemt er wat afstand van. Je gaat inzien dat het maar gedachten zijn en geen feiten.
Bovendien kan je gedachten -zeker als je ze ook opschrijft- op redelijkheid beoordelen. Een andere -heel krachtige- manier is je gedachten en je schaamtegevoelens te delen met iemand anders die het verdient erover te horen. Iemand dus waarmee je je verbonden voelt.
Want schaamte heeft er een enorme hekel aan als je erover praat. Zodra de schaamtegevoelens zijn verminderd bekijk je wat je kunt doen. En houd hierbij altijd voor ogen: je hebt misschien iets onhandig of zelfs stoms gedaan. Maar je bent NOOIT waardeloos!
Tot slot
Zo, ik ben weer aan het einde gekomen van dit blogartikel. Hopelijk heb je wat aan de tips die ik hierboven heb gegeven. Mocht je verder met mij in contact willen komen, heb je vragen op- of aanmerkingen, mail dan naar info@puurmindsetacademy.nl.
Ik zal jouw vraag/vragen persoonlijk binnen 24 uur beantwoorden. Download mijn gratis e-book "10 Mindset Lifehacks voor een gelukkiger leven als je jezelf graag verder wilt ontwikkelen op het gebied van mindset en persoonlijke ontwikkeling.